Behanginstructie Papier Fotobehang
Behangen met Papierbehang
Behangen met papierbehang is niet moeilijk. Het is wel echter belangrijk dat je op een aantal dingen let. Hieronder een aantal stappen en tips om het behang goed aan te behangen.
Behanginstructie per fotobehang leverancier:
- Behanginstructie Komar Papier Fotobehang
- Behanginstructie Wizard&Genius Papier Fotobehang
Algemene behanginstructie:
Bestelling ontvangen
Controleer voordat je begint met behangen of je alles ontvangen hebt. Leg alle delen uit en leg deze in de juiste volgorde. Controleer of alle delen goed op elkaar aansluiten. Indien deze niet goed op elkaar aansluiten, meld dit gelijk aan onze klantenservice (eenmaal aan de muur geplakt, kun je fotobehang namelijk niet meer reclameren). Laat het behang 24 uur acclimatiseren voordat je deze aanbrengt om krimpen te voorkomen. Voor een optimaal resultaat dient de temperatuur van de te behangen ruimte tussen de 18-21ºC te zijn.
1. Ondergrond voorbereiding
De muur waarop het behang geplakt wordt, dient glad, vetvrij, droog en schoon zijn. Voor een mooi een strak resultaat, adviseren we om oud behang ook af te halen en dus niet behang over behang te plakken. Tip; zorg dat de ondergrond licht is en een egale kleur heeft zodat het eventueel niet door kan schijnen. Gewenste temperatuur in de ruimte is tussen 18-20 °C zodat het behang niet te snel droogt en daardoor loskomt van de muur. Tip; Teken op de muur een loodrechte lijn zodat je behang niet scheef hangt. Veel muren staan niet precies in een rechte hoek - dus bevestig het fotobehang vanuit het midden van de muur naar buiten toe en gebruik een waterpas, schietlood en potlood om een horizontale en verticale hulplijn te tekenen.
2. Lijm aanbrengen
Gebruik lijm dat geschikt is voor het aanbrengen op de muur en geschikt is voor papierbehang. Breng de lijm met een behangplakroller direct op het behang (1 baan tegelijk). Laat de lijm op alle vellen precies 3 minuten intrekken/inweken en leg de geplakte stukjes papier niet op elkaar.
3. Behangen
Plaats de banen (met ca. 3 cm overlapping tot het plafond) op de richtlijnen en strijk ze glad van boven naar beneden. Laat de banen 2-3 mm overlappen (tijdens het inweken worden de banen namelijk breder). Aan de wand heeft het behang de neiging te krimpen. Heb je luchtbellen? Wrijf deze naar de zijkant met een spatel of een behang aandrukrol uit. Je kunt grote luchtbellen met een speld lekprikken en kleine luchtbellen verdwijnen vaak bij het opdrogen. Tip; gebruik een behangnadenroller voor een nog strakker resultaat.
4. Drogen
Het drogen moet heel langzaam gebeuren. Werk bij een kamertemperatuur van ca. 18-20°C en voorkom tocht (ramen gesloten houden, in de winter matig verwarmen). En tot slot, verwijder na het drogen voorzichtig met een snijmes de uitstekende randen.